home biography works audio
discography video photo's
press links contact |
|
|
About
recordings: |
|
Paul Termos - Kamermuziek
Van de Nederlandse componisten die niet vastgekleefd zaten aan hun
schrijftafel was Paul Termos een van de meest markante.
Als altsaxofonist nam hij deel aan het echte muziekleven. Verleden
jaar overleed hij, net de vijftig gepasseerd. De belangrijkste
kamermuziekwerken uit zijn laatste jaren zijn nu met liefde
bijeengebracht. Zodoende kunnen we het beeld van Termos' oeuvre
completeren en bijstellen. Kenmerkend voor Termos' werkwijze was altijd
een soort kaalheid en genadeloosheid, die bijvoorbeeld tot uiting kwam
in het ongegeneerde gebruik van toonladders en drieklanken en hun
herhalingen. 'Kwarts' uit 2001 voor viool en piano voldoet nog in hoge
mate aan deze omschrijving, maar 'E Dominio' uit hetzelfde jaar laat
een vriendelijker, fantasierijker geluid horen. Wiek Hijmans speelt
deze prachtige solo voor elektrische gitaar met inleving en gevoel voor
nuance. Ook Termos' opus 1 uit 1976 -nu in een recente opname door Guus
Janssen op piano en de jonge (bas)klarinettist David Kweksilber-is nog
altijd het beluisteren waard. De officiële titel 'Nieuw Werk'
illustreert Termos' afkeer van overdaad en poespas. Met 'PS I' en 'PS
II' voor piano solo, indrukwekkende miniaturen geschreven in een laat
stadium van zijn ziekteproces, vormt dit opus 1 een accolade: de
piketpaaltjes van een markant en bijzonder oeuvre, waaruit op deze cd
ook nog een strijkkwartet en een blokfluitkwartet zijn opgenomen.
Donemus Composers' Voice Portrait CV 123
Op dit artikel berust copyright! © 2004 Arntzen, K.
(Trouw van 05-06-2004
Kees Arntzen)
|
|
Paul Termos Sessions Volume 1
(X-OR Records 015/2003/2002 05 24/)
1. Dag Paul hallo Misha (29:37)
2. Koekoek (4:58)
3. Hallo Misha dag Paul (11:52)
4. Bokkenrijder + I've Told Every Little Star (9:12()
5. Rumboon (3:35)
6. Trapeze (5:55)
Total time:65:11
Termos, Paul/alto saxophone
Mengelberg, Misha/piano
Lucas, Dick/recording/editing
van Kleef, Henry/artwork
van den Berg, Adri/photo
As with Ornette Coleman, the late Paul Termos had a biting,
mournful, and searing voice on alto sax that was capable of speaking
volumes with a single phrase. This first volume of The Paul Termos
Sessions finds the saxophonist in duo with the eccentric pianist Misha
Mengelberg, who is as good a partner as can be imagined. When Termos
erupts with clipped clusters, as he sometimes does, Mengelberg
encourages him by lying low, but the pianist also fills spaces
dramatically when the occasion demands it, and Mengelberg's own
low-tech solos are almost always worth hearing. Termos' eloquent
soloing sets the tone on the first track, "Dag Paul hallo Misha," which
comprises almost half the album, which was recorded live at the
Amsterdam club, Bimhuis, and released in collaboration with Bimhuis
Records. While much of Termos' best work came from his ensembles, this
duo demonstrates his extraordinary talents. It encompasses the
saxophonist's splendid blowing with Mengelberg's childlike simplicity
and subtle humor. In addition to the outstanding first cut, highlights
include the rambunctious opening (which continues unabated) on "Hallo
Misha dag Paul," coupled with the pianist's absurd chanting; the
hardcore "Bokkenrijder" paired with a quirky piano solo by Mengelberg
on Jerome Kern's "I've Told Every Little Star"; and Mengelberg's simple
melody on "Rumboon." Termos runs the gamut from Ornette Coleman to Eric
Dolphy, and there are few examples of his blowing that rival this
wonderful recording. This release is a fitting memorial to a very
talented musician.
(Steven Loewy, August 2003.)
|
|
Paul Termos Sessions II
(X-OR Records 016 Geestgronden 23/2003/2001 05 21)
1. Longplay (26:45)
2. Lost Geography (8:29)
3. Brown Rouge Rock (11:52)
4. New Ear (5:20)
5. Basic (3:52)
Termos, Paul/alto saxophone
Hijmans, Wiek/electric guitar
Middendorp, Frank/recording/mastering
Haring, Joop/cover drawing
Van Kleef, Henry/artwork
Meijer, Jacques/photos
Gudmundsson, Ineke/photos
3 1/2 stars (excellent)
Total time: 56:34
After his death in 2003 at a relatively young age, the recorded
works of this neglected Dutch titan have taken on increasing
significance, especially for his small group of admirers who appreciate
his versatility, intensity, and improvisational skills. This studio
recording - jointly released under the Geestgronden imprimatur - is
part of a series issued on the innovative X-OR Records label featuring
the saxophonist in varied contexts, and is highly welcomed. Termos is
difficult to characterize here: His lengthy improvisations veer
outward, yet are firmly based in a Post-Bop aesthetic. Ideas flow forth
rapidly, and Termos focuses on repetition, clipped phrases, and a
soaring alto to make his point. For those who have only heard him on
larger group recordings, this is a welcome chance to hear him stretch
at length. While the opening piece, aptly named "Longplay" (which
clocks in at more than twenty-six minutes), might stretch the patience
of some listeners, and while many will prefer the sophisticated
arrangements with other horns on his splendid Shakes and Sounds, there
is no questioning Termos' imaginative insights. He stretches notes like
soft taffy and knows how to pace himself for dramatic effect. Wiek
Hijmans is a perfect sparring partner. Not only does he prod and push,
spurring the saxophonist to creative heights, but his own
improvisations, whether individually or collectively as part of the
duo, reveal remarkable insights. Together, Termos and Hijmans create
something original: a suitable posthumous memorial to a minor giant
whose works are worth exploring.
(Steven Loewy, August 2003.)
|
|
Paul Termos: kamermuziek, Donemus
Composers' Voice, nr. 123
PAUL TERMOS
Monotoon en expressief, dat is het werk van de onlangs op 51-jarige
leeftijd overleden componist Paul Termos. Zelf omschreef hij het als
levenslustig met een fatalistische ondertoon. Andersom kan ook:
pessimistisch met een optimistisch tintje. Het wrange Tweede
Stijkkwartet straalt pas in de allerlaatste maten een vivaldiaanse
blijmoedigheid uit en het viool-piano duo Kwarts begint hamerend
versplinterend om uit te monden in lange lijnen vol romantische
bevlogenheid. Banale drieklanken kunnen bruikbaar zijn, mits geplaatst
in een nieuwe context.
Daarin voelde hij zich verwant aan Duchamps en Picabia die eveneens het
alledaagse opnieuw wisten te belichten. In E Dominio voor elektrische
gitaar wordt resonantie opgeroepen, niet meer. Maar je blijft
luisteren, zeker in de schitterende uitvoering door Wiek Hijmans.
Veel doen met weinig, dat was het devies van deze veel te vroeg
gestorven componist.
(Ernst Vermeulen, NRC-Handelsblad, 23/9/'03)
|
|
Sessions Volume I & II
PAUL TERMOS
Ruim zes jaar na zijn tentet-plaat Death Dance of Principles
verschenen er tegelijk twee cd's van componist Paul Termos op
altsaxofoon. Hij zelf heeft er weinig van kunnen genieten. Op 20 mei,
nog geen week na de release, overleed hij, 51 jaar jong.
Op Paul Termos Sessions Volume II met opnamen uit 2001 horen we hem in
duet met de elektrische gitarist Wiek Hijmans. Lange contrapuntische
passages, vooral in "Longplay", worden afgewisseld met meezingbare
thema's als Brown Rough Rock waarin Termos doet denken aan Arthur
Blythe in zijn beste dagen. Dat de sfeer op deze cd overwegend 'cool'
is, is behalve aan Hijmans' strenge staccato's misschien te danken aan
het studio-klimaat.
Op Paul Termos Sessions Volume I met opnamen van vorig jaar waait de
wind uit een andere hoek. Pianist Misha Mengelberg (1935) speelde
tijdens dit concert in het Amsterdamse BIMhuis dermate uitdagend dat
Termos wel uit zijn tent mòest komen. Van de lange improvisatie Dag
Paul hallo Misha tot Mengelberg's beproefde Rumboon-blues speelt hij zo
gretig en uitgelaten dat je zijn vroege dood extra betreurt.
Wat de twee cd's met elkaar verbindt naast het hoge
improvisatie-gehalte is de jankende hyena, het handelsmerk van Paul
Termos de saxofonist. Zelfs in de strengste passages met Hijmans weet
hij hem er soms tussen te gooien.
(Frans van Leeuwen, NRC-Handelsblad, 7/10/'03)
|
|
Paul Termos (1952-2003)
Op 20 mei 2003 overleed de Nederlandse componist Paul Termos op
51-jarige leeftijd aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Met zijn
dood verloor dit land een oorspronkelijk musicus, wiens uitgebeende
idioom hoog stond aangeschreven. Dat Termos geliefd was, blijkt wel uit
de drie nieuwe cd-releases, die met hulp van vrienden en collega's in
de slotfase van zijn veel te korte leven tot stand werden gebracht.
Anthony Fiumara
Na een overlijden lijken bepaalde gebeurtenissen in aanwezigheid van de
toen nog levende achteraf symbolisch of in ieder geval veelbetekenend.
Soms zie je dan mijlpalen waar ze nooit hebben gestaan, maar soms ook
vallen dingen juist posthuum op zijn plaats. Zo herinner ik me het
optreden van Paul Termos (altsax) met Misha Mengelberg (piano) in het
Amsterdamse Bimhuis vorig jaar als een belangwekkend concert. In mijn
geheugen was het optreden van de twee improvisatoren/componisten een
ontmoeting tussen geestverwanten geweest: heertjes die verwikkeld waren
in een dispuut en die elkaar op een intelligente en muzikale manier
pootje haakten, op-porden en omhelsden.Bij het beluisteren van de
cd-registratie die het label X-OR van het improvisatie-optreden recent
uitbracht (X-OR CD 015), bleek mijn herinnering me gelukkig geen parten
te spelen. Integendeel: het optreden was echt een ontmoeting op grote
hoogte geweest. Improvisaties met de kwaliteit van composities.
Bijvoorbeeld het eerste stuk op de cd, 'Dag Paul hallo Misha', een
uitgebreide wederzijdse besnuffeling die ontaardt in Mengelbergs casual
gefluit versus Termos' 'hyena-huil'. Op de avond zelf werd trouwens
veel gesproken over de 'twee kanten van Termos'. Die van componist en
die van altsaxofonist. Volgens sommigen waren dat twee verschillende
werelden: de ene uitgebeend, de andere weelderig en energiek. Maar niet
voor Termos. Als je even niet naar het verschil in hoeveelheden noten
luistert, viel Termos' taal als expressieve improvisator prachtig samen
met zijn hoekige, tot bijna niks teruggebrachte composities.
Onafwendbaar voortstappende, blokachtige werken waarin alle kracht (en
humor) samengeperst leek in de enkele toon. Óf je viel ervoor, óf je
ervoer de kale stuursheid als oncomfortabel. Ik hoor dus bij die eerste
groep.Toen Termos ziek werd, kwam zijn omgeving onmiddellijk in actie
om zijn werken op orde te krijgen en om een drietal cd's op stapel te
zetten. Twee met Termos als improvisator: het optreden met Mengelberg
en dat van een jaar daarvoor met elektrisch gitarist Wiek Hijmans, met
wie Termos de laatste paar jaar een spetterend duo vormde (X-OR CD
016). In een nummer als 'Lost Geography' is mooi te horen hoe innig
Termos' sax met Hijmans klinkt, alsof je naar twee boezemvrienden
luistert die een intiem gesprek voeren. Op een derde cd (Composers'
Voice CV123) werd een aantal kamermuziekwerken van de componist
belangeloos ingespeeld door het puikje van het Nederlandse Muziekleven.
Naast het vroege Nieuw Werk (1976) (subliem uitgevoerd door David
Kweksilber op basklarinet en Guus Janssen op piano) bevat de cd vooral
recentere stukken. Belangrijke rol voor pianiste Mariken Zandvliet, die
drie werken van Termos buitengewoon prachtig uitvoert. Aangrijpend zijn
PS I en II, werken geschreven in een laat stadium van Termos' ziekte,
waarin melancholie zich vermengt met opstandigheid en uiteindelijke
berusting.Ik vroeg me naar aanleiding van Termos' overlijden al eerder
in een artikel af: wat maakt Termos' noten nu zo mooi? Ik kan het
proberen te beschrijven met wat ik zie als zijn evenknie in de
literatuur. De schrijver A. Alberts, wiens zinnen net zo amechtig, net
zo stuurs en uitgebeend zijn als de muziek van Termos. Bijvoorbeeld in
'De honden jagen niet meer', het beste werk dat Alberts ooit schreef.
Ontdaan van alle franje ontdek je de kernachtige strengheid van een
enkel woord. De zinnen staan daar zó weerbarstig kortaf te doen dat het
aandoenlijk wordt. Ontroerende stuursheid.Op bladzijde 6 een mooi
voorbeeld gevonden, dat niet alleen exemplarisch is voor Alberts, maar
ook een 'ver-taling' zou kunnen zijn van een stuk van Termos: ,,De
honden liepen onrustig heen en weer. Ze zwaaiden met hun staarten. Ze
begonnen te blaffen. Het geblaf werd een gehuil. De achterste honden
renden het bos in. Het gehuil werd langzamerhand weer geblaf, steeds
minder en eindelijk werd alles stil. Volkomen stil, want ook het blad
op de grond bewoog niet meer.''
Paul Termos (Composers' Voice CV123): Kwarts, E Dominio, Strijkkwartet
2, Nieuw Werk, Azzurro, Datum, PS I, PS II. Heleen Hulst (viool),
Gerard Bouwhuis, Mariken Zandvliet, Guus Janssen (piano),Wiek Hijmans
(el. gitaar), Zephyr Quartet, David Kweksilber (basklarinet), Malle
Symen Quartet. 71'48''
Termos Sessions Volume I (X-OR CD 015), Paul Termos (altsax ) en Misja
Mengelberg (piano): Dag Paul Hallo Misha, Koekoek, Hallo Misha Dag
Paul, Bokkenrijder + I've Told Every Little Star, Rumboon, Trapeze.
65'41''
Termos Sessions Volume II (X-OR CD 016), Paul Termos (altsax ) en Wiek
Hijmans (el. gitaar): Longplay, Lost Geography, Brown Rouge Rock, New
Ear, Basic. 56'55''
|
|
PAUL TERMOS
PAUL TERMOS SESSIONS VOLUME 1
x-or cd015 cd
PAUL TERMOS SESSIONS VOLUME 2
x-or cd016 cd
By Bill Shoemaker
Released just days before his death in May, these two volumes
reiterate the strength of reeds player Paul Termos as an improvisor,
eclipsed for years by his emphasis on composition. For listeners
outside Holland, who first encountered the alto saxofonist on Maarten
Altena's Claxon LPs in the 1980s, Termos distinguished himself by his
unerring ability to animate astringent and banal compositional
materials. This aspect of his work is revisited on Volume 1, a duo set
with pianist Misha Mengelberg featuring two of the pianist's silly
chestnuts, "Koekoek" and "Rumboon". Yet on both volumes - the second
paring with guitarist Wiek Hijmans - Termos is afforded the opportunity
to freely improvise for upwards of half an hour at a stretch.
It is in such extended exchanges where Termos is surprisingly cogent.
In his lengthy dialogue with Mengelberg, Termos cagily uses Konitz-like
tone and phrasing to repeatedly bait the pianist to the verge of
conventional jazz cadences, only to lurch or float in another
direction. It's a cat and mouse game that Mengelberg obviously finds
delightful; and by the end, each musician had turned the tables on the
other more than once, Conversily, employing a harder edge tone and
approach to line, Termos is more directly challenging to Hijmans, who
eventually jettisons his sleek comping in favour of spikier retorts. At
times, the exchanges are almost pugilistic in comparison to the
nuance-filled gambits Termos and Mengelberg play out.
While only one Termos composition is represented on the two CDs -
"Bokkenrijder", a blustery theme cranked up to paint-peeling intensity
by Termos and Mengelberg, which then segues unexpectedly into Jerome
Kern's "I've Told Every Little Star" - many of Termos's improvisations
reveal his innate organisational predilections. This is more prevalent
in his encounters with Hijmans, several of which are built upon long
tones or other overt organisational methods. Given the appreciable
number of works Termos documented on recordings by Altena, Loos and
other notable Dutch ensembles, he may very well be remembered primarily
as a composer. Yet both of these recordings confirm that Paul Termos
was also a formidable improvisor.
The Wire, September 2003
|
Het onverbeterlijk optimisme van Paul Termos
Het is verleidelijk om de muziek van improviserend saxofonist en
componist Paul Termos (januari 1952 - mei 2003) te kwalificeren als
'oer-Hollands'. De beelden van uitgestrekte polders, kaarsrechte
sloten, strakke horizonten en dreigende stapelwolken zouden dienst
kunnen doen als een grafische transcriptie van veel van zijn
composities. 'Oer-Hollands' is ook zijn zuinige (misschien liever:
spaarzame?) gebruik van het muzikale materiaal en zijn streven om de
compositorische constructie samen te laten vallen met de inhoud.
En toch is de theatrale kwaliteit van Termos' muziek allerminst
oer-Hollands te noemen. Composities als Linea Recta, Strijkkwartet I,
Groundwork (Fortuna vooral) of het Nonet worden belaagd door melodische
signalen die met rare bokkensprongen het sobere landschap doorkruisen,
als Don Quichotte-figuren die dwars door een Mondriaanschilderij
galopperen. Termos' herkenningssignalen - te interpreteren als ten
aanval-kreten (Totempalen, noemde hij ze zelf)- zijn diatonische
motieven, bestaand uit gebroken drieklanken of brokstukken
majeurtoonladder waaruit een onverbeterlijke optimisme spreekt.
Deze herkenningssignalen kunnen worden beschouwd als een muzikale
weerslag van Termos' persoonlijkheid. Begin jaren zeventig, toen hij
aan het Amsterdams conservatorium compositie studeerde bij Ton de
Leeuw, werd de moderne muziekwereld gedomineerd door seriële en diffuse
klankidealen. Termos' opus 1, Nieuw Werk voor basklarinet en piano
(1976), gold binnen die context als bijna onthutsend onbevangen. Zijn
eigenzinnige materialen zoals diatoniek, en het samenwerken tussen
ritme en toonhoogte, werden in die dagen als radikale, provocerende
uitingen gezien. Maar het was geenszins provocerend bedoeld, hij trok
zich niet zoveel van die tijdgeest aan. Luisterde behalve naar
Stockhausen en Boulez, ook veel naar jazz- en popmuziek. Nee, daar
heersten weliswaar andere, maar niks minder strenge anti-diatonische
regels!!
`Ook in de wereld van de geïmproviseerde muziek had Termos een heel
eigen plaats. Als saxofonist speelde hij met pianist-componist Guus
Janssen en maakte hij deel uit van de Instant Composers Pool van Misha
Mengelberg. Gaandeweg maakte hij zich hieruit los en vormde hij zijn
eigen groepen: het Termos Tentet en Termos Dubbel Expres, waarmee hij
de wisselwerking tussen gecomponeerde en geïmproviseerde muziek op de
spits dreef. (Geestgronden 5, en Geestgronden 16, distr. BV Haast
records).
Paul Termos had nog veel met zijn muziek te vertellen. Met zijn laatste
werken, Kwarts voor viool en piano, E-dominio voor elektrische gitaar
en Azzurro voor piano solo, sloeg hij een nieuwe weg in. Verstilling en
gecondenseerde dramatiek zijn hier de trefwoorden, voor het hilarische
aspect was er amper nog ruimte. Werkend aan deze composities wist
Termos niet dat zijn tijd nog maar beperkt was. Integendeel. Hij sprak
van nieuwe horizonten waar zijn artistieke ontwikkeling hem naartoe
voerde. De eerste aanzet tot die ontwikkeling is te horen op de cd die
tijdens zijn ziekteproces, maar onder zijn leiding werd opgenomen.
Saskia Törnqvist
Paul Termos: Kwarts, E dominio, Strijkkwartet 2, Nieuw Werk, Azzurro,
Datum, PS I, PS II.
Composers' Voice Portrait 123. |